Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoort dit woord, gij [1]koeien van Basan! gij, die op den berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot [2]hunlieder heren zegt: [3]Brengt aan, opdat wij drinken. 1. Verg. Ps.22:13, met de aantekening, idem Jes.28:1; Hos.4:16, en versta hier, de goddeloze en trotse regeerders en richters, die zich mestten van de geschenken der rijken, die de armen voor het gericht betrokken en onderdrukken. Zij worden genoemd koeien van Basan, omdat er vette weiden en koeien in Basan waren. 2. Der armen rijke schuldheren, of crediteuren, die de behoeftige lieden, als slaven, in hunne macht hadden. 3. Brengt ons maar geld of geschenken, opdat wij daarvan mogen zuipen en zwelgen, en maakt gij het dan met de armen zoals gij wilt. Verg. Hos.4:18.